Keynes (5 gevonden)

Dutch Keynes versus Klassieken

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

groei en conjunctuur - Volgens Keynes heeft sparen een daling van de effectieve vraag tot gevolg, terwijl volgens de Klassieke theorie sparen een toename van de investeringen betekent en dus een toename van de kapitaalgoederenvoorraad.
Deel deze pagina met:      




Dutch Keynes, John Maynard

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

algemeen - (1883-1946) Invloedrijk Brits econoom, (spreek uit ôKeensö); grondlegger van de theorie die inhoudt dat bij een gegeven productiecapaciteit de bestedingen in een land de hoogte van de nationale productie en daarmee de werkgelegenheid bepalen. John Maynard Keynes wordt geboren in het sterfjaar van Marx als de zoon van een bekend econoom: John Neville Keynes. Wordt in 1907 ambtenaar bij het ministerie van Koloniën. Inmiddels heeft hij een hoog geprezen boek over mathematische waarschijnlijkheidsrekening gepubliceerd. In 1913 laat hij Indian Currency and Financier het licht zien. Hij keert als docent terug naar Cambridge; wordt hoofdredacteur van Engelands meest invloedrijke economische tijdschrift The Economic Journal. In de eerste wereldoorlog bekleedt hij een post bij het ministerie van Financiën en is in 1918 als vertegenwoordiger van de schatkist aanwezig bij de vredesconferentie van Versailles. Machteloos en woedend ziet hij een verdrag tot stand komen dat de basis legt voor de ellende in de komende decennia. Hij neemt ontslag en schrijft het beroemde The Economic Consequences of the Peace. Een briljant en vernietigend boek. Niet het herstel van Europa stond voorop bij de Conferentie, maar het roekeloos uitleven van politieke wrok. Keynes voorspelt feilloos de depressie en hij waarschuwt voor het daarop volgende oorlogsgeweld. In 1923 schrijft hij zijn Tract on Monetary Reform en in 1930 de Treatise on Money, waarin hij de afwisseling van nu weer oplevende en dan weer inzakkende bedrijvigheid aan de orde stelt. In 1936 verschijnt de General Theory of Employment, Interest and Money. Een moeilijk toegankelijk boek waarin Keynes de gedachten ontvouwt die hem bij de millenniumwisseling doen uitroepen tot de belangrijkste econoom van de twintigste eeuw: een economie herstelt zich niet vanzelf als hij in een depressie terecht is gekomen; de overheid zal door middel van een investeringsprogramma en/of belastingverlaging de productie weer op gang moeten brengen. Tegen het einde van zijn leven speelt hij nog een belangrijke rol bij de wederopbouw van het internationaal geldstelsel. Hij helpt de grondslag te leggen voor het naoorlogse internationaal geldstelsel met het IMF (« Internationaal Monetair Fonds) als middelpunt. In 1946 sterft hij als Lord Keynes, met eredoctoraten van Edinburgh, de Sorbonne en Cambridge. (Schöndorff c.s.) - Zie ook: onderdeel onderbesteding
Deel deze pagina met:      




Dutch Keynesiaanse begrotingspolitiek

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

groei en conjunctuur, overheid - De hoogte van de overheidsuitgaven en van de belastingontvangsten wordt doelgericht gebruikt als instrument om het niveau van de economische bedrijvigheid te stimuleren (ten tijde van een recessie) of juist af te remmen wanneer de economie oververhit dreigt te raken. Deze beleidsinzet - geïnspireerd door het gedachtegoed van John Maynard Keynes - staat tegenwoordig bij veel economen in een kwade reuk. Politici zijn namelijk geneigd dit instrument eenzijdig te gebruiken. Zij staan snel klaar om de uitgaven te verhogen (of de belastingen te verlagen) om zo de economie te stimuleren, maar zijn veel terughoudender met bezuinigen op de uitgaven (of belastingverhoging) om oververhitting van de economie tegen te gaan. Andere economen stellen dat Keynesiaans beleid geen effect heeft (Ricardiaans equivalentie theorema). En er zijn economen die beweren dat het beleid zelfs contraproductief is (monetaristen). (Schöndorff c.s.). - Zie ook: onderdeel Keynesiaanse theorie onderdeel begrotingsbeleid onderdeel monetaristen
Deel deze pagina met:      




Dutch Keynesiaanse theorie

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

algemeen groei en conjunctuur - Deze theorie richt zich op de korte termijn in die zin, dat de productiecapaciteit van een land van een gegeven omvang wordt verondersteld. De mate waarin deze capaciteit daadwerkelijk wordt gebruikt bij de productie hangt af van de omvang van de bestedingen. Dit zijn de consumptieve vraag van particulieren en overheid, de investeringsvraag van particulieren en overheid en de vraag uit het buitenland. Schieten de bestedingen te kort dan wordt de aanwezige capaciteit niet volledig bezet, wat zich bij de productiefactor arbeid uit in onderbestedingwerkloosheid of conjuncturele werkloosheid. Door de bestedingen op te voeren kan deze verdwijnen, maar consumenten noch investeerders hebben enige prikkel om hun aankopen te vergroten. Vandaar dat hier een taak voor de overheid ligt om de eigen bestedingen op te voeren en die van de particuliere sector te stimuleren. Tot ver in de jaren zestig is de theorie van Keynes met vrucht toegepast in de westerse geïndustrialiseerde wereld. Ook nu nog is ze van betekenis, al valt de werkelijkheid niet meer uitsluitend met 'Keynes' te vatten. Het eenvoudig opvoeren van de bestedingen doet de werkloosheid niet als sneeuw voor de zon smelten. En ook is het niet zo dat door het temperen van de bestedingen de prijsinflatie automatisch afneemt. De overmatige aandacht voor de vraagzijde van het economisch proces heeft intussen plaats gemaakt voor theorieën die mede de aanbodkant van de economie in de beschouwing betrekken; meer aandacht dus voor de structuur van de productie en de veranderingen daarin. (Schöndorff c.s.). - Zie ook: onderdeel begrotingsbeleid onderdeel Keynesiaanse begrotingspolitiek
Deel deze pagina met:      




Dutch Keynesianen

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

groei en conjunctuur - Zij gaan er - dit in tegenstelling tot de monetaristen - niet vanuit dat de goederenmarkten en de markten van productiefactoren via prijsaanpassingen vanzelf worden geruimd. De overheid dient daarom al naar gelang de omstandigheden in te grijpen. De Keynesiaanse theorie gaat ervan uit dat in een economie inkomensevenwicht kan bestaan, terwijl desondanks de productiecapaciteit onderbezet dan wel overbelast is. Dergelijke onevenwichtigheden zijn niet tijdelijk; ze kunnen gedurende lange tijd blijven bestaan, omdat besteders immers het door hen gewenste gedrag volledig kunnen realiseren. Er werkt geen automatisme dat de wensen van de besteders in overeenstemming brengt met de gegeven productiecapaciteit. Omdat particuliere besteders geen prikkels ontvangen die hun gedrag zouden kunnen veranderen, is ingrijpen door de overheid noodzakelijk. (Schöndorff c.s.) - Zie ook: nadere verklaring monetaristen nadere verklaring Keynesiaanse theorie
Deel deze pagina met: